Het AF-systeem in de systeemcamera's uit de Nikon Z-serie is wezenlijk anders dan dat in de D-SLR-camera's van Nikon.
Als u de autofocus gebruikt via de optische zoeker van een D-SLR-camera, wordt de fasedetectie gebruikt. Hierbij gebruikt de camera een afzonderlijke autofocussensor in de camerabody. Als u foto's maakt met behulp van het livebeeld van de D-SLR, wordt contrastdetectie gebruikt in de beeldsensor.
De camera's in de Z-serie gebruiken een hybride autofocussysteem, waarbij fasedetectie en contrastdetectie worden gecombineerd (wanneer de camera detecteert dat dit noodzakelijk is), als u de elektronische zoeker of de monitor gebruikt.
De AF-pixels van de fasedetectie worden op een effectieve manier verspreid over de beeldsensor voor nauwkeurige AF-prestaties. Als enkelpunts AF wordt gebruikt, biedt dit systeem een ongeveer 90% groter aantal scherpstelpunten in het beeldveld.
De Z 7II biedt 493 AF-punten voor het maken van foto's. | Met oog-/gezichtsdetectie ingeschakeld kunt u snel schakelen tussen onderwerpen. |
Een ander verschil tussen de twee camerasystemen is dat een aantal van de scherpstelmodi in een D-SLR anders zijn dan die in de systeemcamera's in de Z-serie. We hebben een handige gids gemaakt om u te helpen beter bekend te raken met de autofocusmodi van de systeemcamera's uit de Z-serie en wanneer u ze het best kunt gebruiken.
Autofocusmodi
AF-A*1 - De camera schakels automatisch tussen AF-S voor stilstaande onderwerpen en AF-C voor bewegende onderwerpen.
AF-S - De camera stelt niet automatisch opnieuw scherm als u of uw onderwerp bewegen. AF bij weinig licht kan in deze modus worden ingeschakeld voor nauwkeurigere scherpstelling bij omstandigheden met maar weinig licht (het scherpstellen kan hierdoor trager worden).
AF-C - De camera stelt doorlopend scherp op het onderwerp voor het actieve scherpstelpunt.
AF-F*2 - De camera past de schermstelling doorlopend aan op basis van de bewegingen van het onderwerp of veranderingen in de compositie. U hoeft de ontspanknop niet halverwege in te drukken.
MF - Handmatige scherpstelling.
|
AF-veldmodi in de systeemcamera's uit de Z-serie:
Optie | Omschrijving |
| Superfijn-AF | • AF-S / Alleen fotomodus • Gebruik deze modus voor stilstaande onderwerpen waarbij nauwkeurige scherpstelling essentieel is • Het scherpstelveld is kleiner dan bij Eenpunts-AF • In deze modus ligt de nadruk op precisie in plaats van snelheid |
| Eenpunts-AF | • AF-S, AF-C • Gebruik deze modus voor stilstaande onderwerpen • Als u een scherpstelpunt hebt geselecteerd en de ontspanknop halverwege hebt ingedrukt, wordt de scherpstelling vergrendeld |
| Dynamisch veld-AF
| • AF-C / Alleen fotomodus • Gebruik deze modus voor bewegende onderwerpen • Als het onderwerp kort weg is voor het AF-punt, past de camera de scherpstelling aan op basis van de omringende scherpstelpunten • Als het onderwerp snel beweegt of op een andere manier moeilijk te volgen is, kunt u Breedveld-AF (s) of Breedveld-AF (L) gebruiken zodat de autofocus onderwerpen in een breder gebied kan kiezen |
| Breedveld-AF (S) | • AF-S, AF-C • Gebruik deze modus voor bewegende onderwerpen die moeilijk in beeld te brengen zijn met één scherpstelpunt • Als het geselecteerde scherpstelveld onderwerpen bevat op verschillende afstanden van de camera, geeft de camera prioriteit aan het dichtstbijzijnde onderwerp • Bij het opnemen van video's is Breedveld-AF handig om bewegende onderwerpen scherp in beeld te houden • Breedveld-AF (L) beslaat een groter gebied • Als Breedveld-AF (L‑mensen) is geselecteerd, detecteert de camera gezichten of ogen van mensen in het actieve scherpstelveld en stelt hierop scherp. • Als Breedveld-AF (L‑dieren) is geselecteerd, detecteert de camera gezichten of ogen van honden en katten in het actieve scherpstelveld en stelt hierop scherp |
| Breedveld-AF (L) |
| Breedveld-AF (L‑mensen) |
| Breedveld-AF (L‑dieren) |
| Automatisch veld-AF | • AF-S, AF-C • De camera detecteert het onderwerp automatisch en selecteert het scherpstelveld • Gebruik deze modus als u geen tijd hebt om het scherpstelpunt zelf te selecteren of voor snapshots en andere spontane fotomomenten |
| Automatisch veld-AF (mensen) | • Als Automatisch veld-AF (mensen) is geselecteerd, detecteert de camera gezichten of ogen van mensen en stelt hierop scherp • Als Automatisch veld-AF (dieren) is geselecteerd, detecteert de camera gezichten of ogen van honden en katten en stelt hierop scherp • AF met meevolgende scherpstelling kan worden ingeschakeld door op de knop 'Ok' te drukken. De aangepaste instelling f2 of g2 [Aangepaste bediening] kan worden gebruikt om de knoppen Fn1 of Fn2 in te stellen en zo AF met meevolgende scherpstelling te activeren. AF met meevolgende scherpstelling kan ook worden toegewezen aan de knop Fn of Fn2 van de lens |
| Automatisch veld-AF (dieren) |
Bij zowel D-SLR's van Nikon en Nikon Z-camera's wordt AF-S aanbevolen voor stilstaande onderwerpen en AF-C voor bewegende onderwerpen. Beide bieden ze AF-F voor video's en MF (handmatige scherpstelling) voor wanneer u volledige handmatige controle wilt over de scherpstelling wanneer u foto's of video's maakt. Systeemcamera's uit de Z-serie bieden daarnaast AF-C voor video's.
Uw autofocusinstellingen aanpassen
Het menu Aangepaste instellingen (submenu van autofocus) bevat allerlei opties voor de autofocus. Hieronder ziet u de opties die rechtstreeks bepalen hoe de autofocus zich gedraagt op uw camera uit de Z-serie.
AF-C / AF-S*1 Prioriteitsselectie: kies [Ontspannen] of [Scherpstellen] als er alleen foto's mogen worden gemaakt als de camera heeft scherpgesteld of als de ontspanknop wordt ingedrukt. Kies in AF-C [Ontspannen] als u opnamen wilt maken met doorlopende ontspanning met de hoogst mogelijke beeldsnelheid.
Focus-tracking met vergrendeling*1 - Kies hoe snel de scherpstelling reageert als er iets tussen het onderwerp en de camera komt wanneer AF-C is geselecteerd als scherpstellingsmodus. Kies een hogere waarde om uw oorspronkelijke onderwerp scherp te houden en een lagere waarde om sneller scherp te stellen op verschillende voorwerpen in uw beeld
AF bij weinig licht - Kies [Aan] voor een nauwkeurigere scherpstelling in omstandigheden met weinig licht en als AF-S is geselecteerd als scherpstellingsmodus.
Sterrenlichtweergave (Foto Lv)*1 - Selecteer [ ON ] voor persoonlijke instelling d10 [ Starlight view (photo Lv) ] voor een betere scherpstelling bij opnamen bij weinig licht. Deze optie is alleen van kracht in de fotomodus.
Ingebouwde AF-hulpverlichting - Kies of de ingebouwde AF-hulpverlichting moet helpen bij de scherpstelling in de fotografiemodus bij weinig licht.
Handige links uit de Z-serie
*1 - Beschikbaar op bepaalde camera's
*2 - Beschikbaar in de videostand